×

Bouwtijdverlenging, werkbare dagen en toepasselijkheid opleverboete

Overeenkomstenrecht 12 juli 2023

Een opdrachtgever laat een bestek opstellen voor de bouw van zijn woning. Op basis van dat bestek sluit hij een overeenkomst met een aannemer conform de modelaannemingsovereenkomst van BouwGarant en bijbehorende algemene voorwaarden. In die overeenkomst wordt de bouwtijd uitgedrukt in werkbare werkdagen. Van mening dat de oplevering te laat heeft plaatsgevonden, laat opdrachtgever een deel van de aanneemsom onbetaald. 

Eerste aanleg

De aannemer start een procedure bij de rechtbank, waarin hij betaling van zijn openstaande facturen vordert. Opdrachtgever beroept zich in conventie op verrekening en vordert in reconventie betaling van de verbeurde boete wegens overschrijding van de bouwtijd. De kantonrechter stelt aannemer in overwegende mate in het gelijk, waarna opdrachtgever hoger beroep instelt. 

Hoger beroep

In de procedure in hoger beroep ligt onder meer de vraag voor of aannemer recht heeft op bouwtijdverlenging, of er sprake is geweest van vrije dagen en welke boete (die in het bestek of in de algemene voorwaarden) van toepassing is. 

Bouwtijdverlenging

Gedurende de bouw van de woning, heeft aannemer twee aanvullende offertes uitgebracht: voor de fundering van de berging en voor de berging zelf. In de offerte van de fundering meldt aannemer dat rekening moet worden gehouden met een 'extra' bouwtijd van 10 werkbare dagen. In de offerte van de berging heeft hij het over 'meerwerk' en 9 werkbare werkdagen. 

Het hof oordeelt dat opdrachtgever uit de bewoordingen 'extra' bouwtijd en 'meerwerk' redelijkerwijs heeft moeten opmaken dat deze opdrachten gevolg hadden voor de bouwtijd van de woning en dat aannemer de uitvoering daarvan dus aanbood als wijzigingen binnen de overeenkomst voor de woning. Artikel 4 lid 3 van de algemene voorwaarden van BouwGarant bepaalt onder meer dat de de wijziging onderdeel uitmaakt van het bouwplan na een schriftelijk akkoord van de opdrachtgever op de opgave van onder meer de prijs van de wijziging en de opgave van het aantal werkbare dagen waarmee de termijn voor oplevering wordt verlengd. 

Dat opdrachtgever de wijzigingen schriftelijk heeft opgedragen is niet gesteld of gebleken, maar het staat vast dat hij het werk op basis van de twee offertes heeft laten uitvoeren zonder nog opmerkingen over de bouwtijd te maken. Aannemer heeft hieruit redelijkerwijs mogen begrijpen dat opdrachtgever instemde met de wijzigingen en de extra bouwtijd.

Daarmee zijn partijen een bouwtijdverlenging van 19 dagen overeengekomen. Of aannemer die negentien dagen uiteindelijk nodig heeft gehad voor het uitvoeren van de overeengekomen extra werkzaamheden doet niet ter zake en of de werkzaamheden aan de woning en aan de berging feitelijk in elkaar grijpen evenmin.    

Vrije dagen 

Het hof oordeelt dat opdrachtgever onvoldoende heeft betwist dat Goede Vrijdag en de vrijdag na Hemelvaart gelden als krachtens een cao in de onderneming van aannemer voorgeschreven vrije dagen gelden. Daarmee geven deze dagen recht op bouwtijdverlenging op grond van artikel 11 lid 1 van de algemene voorwaarden van BouwGarant.

Of aannemer op deze dagen al dan niet daadwerkelijk tot een bedrijfssluiting en het stilleggen van de bouw is overgegaan doet volgens het hof aan deze afspraak niet af.

Welke boete is verschuldigd? 

Opdrachtgever stelt dat hij het bestek in de pre-contractuele fase aan aannemer heeft verstrekt, zodat aannemer tot een calculatie kon komen en een offerte kon uitbrengen. Omdat opdrachtgever een nieuwbouwgarantie wilde, heeft aannemer de overeenkomst opgesteld conform de model aannemingsovereenkomst van BouwGarant onder toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van BouwGarant. Opdrachtgever is daar vervolgens mee akkoord gegaan.

In deze aannemingsovereenkomst wordt naar het bestek verwezen als 'de betreffende technische omschrijving, die aan de aannemingsovereenkomst is gehecht. Enkel de technische omschrijving in het bestek die nodig is om het werk te kunnen realiseren maakt daarmee naar het oordeel van het hof onderdeel uit van de overeenkomst, omdat partijen dat, bij gebrek aan besprekingen over toepasselijkheid van andere voorwaarden dan die van BouwGarantie en gelet op de tekst bij de verwijzing naar het bestek, dat redelijkerwijs zo moesten begrijpen. De boeteclausule die in het bestek is opgenomen maakt daarmee geen onderdeel uit van de overeenkomst, aldus het hof. 

Slotsom

De grieven van de opdrachtgever tegen het vonnis van de kantonrechter slagen niet, dus blijft het vonnis in eerste aanleg in stand. 
 

ECLI:NL:GHSHE:20231927

Bron: | Hof Den Bosch | jurisprudentie | ECLI:NL:GHSHE:20231927 | 13 juni 2023 | 12-07-2023

Neem contact op

Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog? Of heeft u andere vragen?
NEEM CONTACT OP

Gerelateerde blogs